Nu alle beweging tot rust gekomen is, krijgt ruimte een andere kleur in betekenis.

Schepping, creatie is als een ademtocht. Een inademing, een stilte en vanzelf een
uitademing, met opnieuw een stilte. In deze beweging van ademhaling wordt
het natuurlijke proces zichtbaar van de cyclus: het oprijzende, het vervolmakende en
vervolgens het oplossende.

Luisterend, met het oor van het hart, is het eerst lange tijd stil.
Er volgt een geduldig wachten. Niets dat zich in vorm wil laten vangen.
De wil tot schepping is een andere dan dat wat zich door schepping manifesteert.
Dit vraagt een voortdurende waakzaamheid in wie of wat er
tot handelen aangezet wordt.

Veel werk komt tot stand vanuit het gebied van 'Ik wil'...
Maar wanneer er ruimte wordt gegeven aan het gebied dat er tussen ligt, dat wat tussen
de inademing en uitademing is - dat even niets - daarin laat zich een vrijheid kennen die
tot schepping leidt.

In het gewaar zijn van de stille leegte wordt wachten zinvol.
Hier gaat het niet om resultaten, producten of meningen.
Het is er of het is er niet.